Plunjebalen
Op 28 juni 2019 werd op marinebasis Parera op Curaçao in 2 zeecontainers een grote hoeveelheid cocaïne gevonden. De cocaïne was verstopt in 3 plunjebalen en in een camelbag die in een legerkist lag. De zeecontainers zouden worden gebruikt om militaire goederen en militaire uitrusting naar Nederland te vervoeren. De man was al op 23 juni 2019 naar Nederland gevlogen en had zijn spullen op 22 juni 2019 ingeleverd om met de zeecontainers naar Nederland te laten verschepen. De cocaïne was verstopt tussen de spullen van de man. De legerkist en 1 van de plunjebalen waren bovendien afgesloten met hangsloten, waarvan later bleek dat de sleutels hiervan in het huis van de moeder van de man lagen. Verder is DNA-materiaal van de man gevonden op 2 plunjebalen, aan de binnenkant van de camelbag en op het verpakkingsmateriaal van de cocaïne in de camelbag. Ook is zijn vingerafdruk gevonden op tape van een vuilniszak waarin ook blokken cocaïne zaten.
Afgeluisterde gesprekken
Toen de man nog op Curaçao verbleef zijn gesprekken van hem afgeluisterd. In een gesprek tussen hem en een andere man werd gesproken over ‘grease’ en rubber. ‘Grease’ is een soort vet waarin cocaïne soms wordt verpakt. De blokken cocaïne die in 1 van de 3 plunjebalen waren verstopt waren gedeeltelijk verpakt met rubberachtige tape of tape met een olieachtige substantie. De man vertelde daarnaast aan een vrouw dat hij wel 3 ton in euro’s had en vroeg haar hoe hij dat moest investeren. Uit onderzoek aan de telefoon van de man bleek verder dat hij in 2018 had geïnformeerd naar PGP-telefoons. Bij een doorzoeking van de kamer waarin de man op de marinebasis verbleef is op 9 mei 2019 een PGP-telefoon tussen zijn kleding gevonden.
Beveiligingsniveau
De man ontkende dat hij ook maar iets met de cocaïne te maken had. Volgens hem zouden anderen de cocaïne tussen zijn spullen hebben gestopt, maar daar is niets van gebleken. Het beveiligingsniveau van de marinebasis is namelijk goed in tegenstelling tot wat de man hierover verklaarde. Ook werden de zeecontainers afgesloten en blijkt uit camerabeelden dat niemand buiten werktijden in de zeecontainers geweest. Er is dus geen enkele aanwijzing dat iemand anders de cocaïne tussen de spullen van de man heeft verstopt.
Ongeloofwaardige verklaringen
De man heeft verschillende ongeloofwaardige verklaringen afgelegd over onder andere het aantal plunjebalen dat hij heeft ingeleverd, het moment dat hij voor het eerste hoorde over het onderzoek naar cocaïnesmokkel, het noemen van grote geldbedragen tegenover vrouwen en een gesprek dat hij met een andere man had. Dit gesprek ging volgens de man over shampooflessen, maar de militaire kamer gelooft dit niet. In het gesprek wordt namelijk gesproken over wanneer iets weg gaat en dat niemand iets mag weten of horen. Het is niet geloofwaardig dat dit over shampooflessen zou gaan en shampooflessen zijn ook niet tussen de spullen van de man gevonden.
De militaire kamer vindt op grond van dit alles bewezen dat de man de cocaïne in bezit heeft gehad en tussen zijn spullen heeft verstopt om het naar Nederland te laten smokkelen.
Redenen voor de straf
De militaire kamer neemt het de man erg kwalijk dat hij cocaïne wilde smokkelen via een distributielijn van Defensie. De man wist van het ‘zero-tolerance’ beleid dat binnen Defensie geldt met betrekking tot drugs. Door cocaïne proberen te smokkelen, wilde de man misbruik maken van een organisatie die zelfs als doel heeft om de internationale drugshandel te bestrijden. De man beschadigt hierdoor het imago van de Koninklijke Landmacht en Defensie. Daarom krijgt de man een gevangenisstraf van 6 jaar. Deze straf is hoger dan de 5 jaar celstraf die de officier van justitie had geëist. Dat komt omdat de militaire kamer vindt dat de officier van justitie niet genoeg rekening heeft gehouden met de grote hoeveelheid cocaïne en de schandelijke manier waarop de man misbruik heeft gemaakt van zijn positie als Nederlandse militair op Curaçao.