De man hield zich tussen maart 2019 en februari 2021 bezig met het faciliteren van het productieproces van verschillende soorten harddrugs. In maart 2019 huurde hij een bungalow op een vakantiepark in Arcen. Daar werden de resten van een cocaïnewasserij aangetroffen. Ook trof de politie 1,2 kilo cocaïne aan. Zo'n 1,5 jaar later huurde de vrouw een bungalow op een ander vakantiepark. Daar waren de verdachten in de weer met goederen die gebruikt worden voor de productie van (met)amfetamine. In februari 2021 hield de politie het stel aan op een vakantiepark in Limburg. Ook hun kinderen waren daarbij aanwezig. In de bungalow trof de politie diverse materialen en chemicaliën aan voor de productie van harddrugs. Daarnaast lag er 120 gram metamfetamine in de bungalow. In de woning van de verdachten werden later eveneens strafbare goederen aangetroffen die kunnen worden gebruikt bij de productie van harddrugs. Op een adres in Tegelen en in Venlo trof de politie meer materiaal en chemicaliën aan. Naast zijn rol bij de productie, het bewerken en het bezit van harddrugs, veroordeelt de rechtbank de man ook voor witwassen van crimineel geld en het bezit van een verboden vuurwapen.
Bij het bepalen van de straffen houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachten zich bezighielden met de productie en het bewerken van onder meer crystal meth. Dit is voor de volksgezondheid wellicht de meest gevaarlijke harddrug die op dit moment in omloop is. Het gebruik daarvan is bijzonder verslavend en heeft een tamelijk verwoestende uitwerking op de mens. Daarnaast pleegden de verdachten de delicten in diverse vakantiewoningen. Dit zijn plekken waar mensen bij uitstek van hun vakantie zouden moeten kunnen genieten. De verdachten brachten hun eigen kinderen, maar ook andere nietsvermoedende vakantiegangers, in gevaar. De rechtbank rekent dit het stel zwaar aan.
De vrouw had een fors kleinere rol in het geheel, zij was betrokken bij twee processen. Daarom krijgt zij een lagere straf. In het nadeel van de man weegt nog mee dat hij eerder is veroordeeld voor een soortgelijk delict. Bovendien zat hij in zijn proeftijd van die veroordeling. De rechtbank bepaalt daarom dat hij een eerder 6 maanden voorwaardelijk opgelegde straf nu alsnog moet uitzitten. Dit betekent dat hij dus in totaal 4,5 jaar de cel ingaat.